Zie email 25 april 2016
Geachte burgemeester De Vreeze,

wij hebben van mijn zoon begrepen dat U verrast en teleurgesteld was door onze afwijzende reactie op het door U gedane voorstel tot verkennend bodemonderzoek. Dit ook wegens het prettige en goede gesprek dat wij hebben gehad toen U ons bezocht.

Wij hebben het voorstel dat U heeft achtergelaten bestudeerd en wij waarderen de moeite die U hiermee doet.

Toch had onze reactie nauwelijks anders kunnen zijn. De belangrijkste reden hiervoor is dat wij geheel en al het vertrouwen in de overheid hebben verloren, specifiek in de gemeente en de provincie.

Dat is schokkend in Nederland, en voor iemand die niet onze ervaringen deelt vermoedelijk bijna onbegrijpelijk. Wij hebben U bij Uw bezoek enkele ervaringen verteld die hiertoe hebben geleid. Wij hebben meer opgeschreven in de brief waarin wij ons verzoek doen, en die wij hier nog eens als bijlage toevoegen zodat U deze kunt lezen.

Wij begrijpen dat U als burgemeester het bijzonder druk heeft en niet ieder stuk kunt lezen wat er in de gemeente wordt rondgestuurd, maar zonder kennis van onze situatie kunt U ook moeilijk begrijpen hoe wij ons voelen, hoe wij denken, en hoe wij reageren, terwijl met kennis van wat wij hebben meegemaakt dit volstrekt helder zou zijn.

Mocht U het toch te druk hebben om deze brief te lezen, kunt U in ieder geval even opzoeken in het gemeente archief, wie destijds de bestemming van mijn land heeft veranderd en daarom heeft verzocht. Ik was het niet. Het ging om perceel 341 in jaar 1994, tegenwoordig ligt daar nu de fabriek, geheel tegen mijn wil. Of kijk na in het archief hoe de ambtenaar onze melding dat er poedercoating over onze tuin lag, heeft opgeschreven als waren er "vlokken". Deze vervuiling trad overigens op na de juridische datumsgrens (1987) waarop meteen gesaneerd moet worden bij vervuiling... waar wij destijds als argeloze burgers niets van wisten, maar de ambtenaren wel. Of kijk in de brochure van de VNG voor de ruimtelijke ordening, hoe ver zo'n bedrijf van onze woning af hoort te liggen. Het zou U niet meer dan tien minuten moeten kosten ook maar één van deze voorbeelden op te zoeken. Er zijn stukken uit het gemeente archief verdwenen, maar van de zaken die ik híer noem hebben wij nog een kopie.

Wij zijn eenvoudige mensen, en van nature goedgelovig. Daarom geloofden wij destijds ook de ambtenaren en wethouders. En door wat daar uit voortkwam kunnen wij tegenwoordig niets meer geloven. Wij kennen vrijwel niet anders dan dat de gemeente Oude IJsselstreek (of haar voorganger) ons actief schade toebrengt. Dit is begonnen vanaf het moment dat wij onze woning hebben gekocht, door regels die destijds golden rond legalisatie en lokalisatie ten gunste van de fabriek Wanders te breken, illegaal de bestemming van ons land te veranderen en ons hierover te bedriegen; valse onderzoeken te laten doen; loze beloftes te doen die nog steeds niet gestand worden gedaan, enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts. In onze beleving is er sprake van een consequent patroon waarin de gemeente ons het leven zo ellendig mogelijk probeert te maken.

En daarom bekijken wij ook in de huidige mediation ieder voorstel met het grootst mogelijke wantrouwen. Dat is niet persoonlijk, wij zijn geneigd iedereen aardig te vinden, maar wij hebben geleerd dat van deze goede aard misbruik wordt gemaakt en dat wij blijkbaar niet kunnen inschatten wie het goed met ons voorheeft en wie ons probeert te bedriegen. Ook deze mediation is al absurd uitgelopen omdat gemeente en provincie probeerden de fabriek er als partij bij te betrekken, wat zoals wij voorspelden op niets uitliep. Door de keuzes van de gemeente is de fabriek geen belanghebbende partij meer: zij hebben reeds alles wat ze willen. Op basis van dit soort ervaringen kunnen wij geen vertrouwen hebben in de gemeente als onafhankelijk gezag of eerlijke partner. Dat is tragisch, ook omdat wanneer de gemeente het dít keer wel goed bedoeld - zoals wij graag zouden aannemen - wij dit niet kúnnen geloven, en zo potentieel ons zelf benadelen. Dát is wat het betekent om het vertrouwen in de rechtstaat te verliezen.

Maar wat de bedoelingen van de gemeente ook zijn, wij kunnen eenvoudigweg op basis van onze ervaringen niet anders reageren op het gemeente-voorstel, of vragen waarom wij vragen: het vertrouwen is te vaak en te grof geschonden, is zo té diep gebroken om hersteld te kunnen worden. Wij waren niet de partij aan wiens handelen dat ligt. Wij zijn het slachtoffer. Vandaar dat ons eigen voorstel alleen spreekt over uitkoop en schadevergoeding.

Als wij kijken naar het onderzoeksvoorstel waarover U ons in naam van de gemeente kwam spreken kijken wij dus niet naar U als persoon, ook omdat U vanzelfsprekend geen scheikundige bent of het dossier kan kennen, maar naar hoe willekeurig welk voorstel van de gemeente of provincie bedoeld kan zijn om ons te schaden. Dit ook omdat het onderzoeksvoorstel niet aansluit bij ons verzoek, en wij daarom nogal verrast waren over het onderwerp van Uw bezoek, waar bovendien bij gevraagd werd op extreem korte tijd over te beslissen, terwijl blijkbaar reeds veel langer geleden met een onderzoeksbureau was gesproken.

Er zijn nog specifieke redenen dat wij vragen stellen bij juist dit onderzoeksvoorstel, waar wij nota bene in een grijzer verleden zelf om gevraagd hebben. Een belangrijk probleem is namelijk dat de fabriek sinds die vraag van ons destijds betrapt is op het volpompen van de bodem met waterstofperoxide. Het is niet publiekelijk bekend hoelang dat is gebeurd, met hoeveel stoffen, en wat er nog meer door de fabriek wordt of werd aangerommeld. In onze ogen heeft dat in ieder geval twee gevolgen. Ten eerste juridisch, ten tweede chemisch.

Het juridische gevolg is dat een ernstig vervuilde bodem gesaneerd moet worden wanneer deze verstoord wordt, zoals hier nu door de fabriek is gedaan. De ambtenaren hebben getuigd voor de rechtbank, het hof en de raad van state dat dit zou gebeuren (op een zogenaamd natuurlijk moment). Toch gebeurt dit niet. Voor ons weinig verrassend, omdat ook niet is gesaneerd toen de fabriek werd afgebroken, nieuw gebouwd en uitgebreid in 1997. Ook toen is volledig aan het wettig voorgeschrevene voorbij gegaan.

Het chemisch gevolg is dat een verkennend onderzoek, beperkt van opzet, en dat voornamelijk speurt naar gebruikelijke vervuilingen, volstrekt onbetrouwbaar wordt, omdat waterstofperoxide zeer reactief is en organische verbindingen versneld afbreekt. Daardoor kunnen standaard modellen voor vervuiling eigenlijk niet meer werken.

Los daarvan speelt ook het probleem dat een goed onderzoek inzicht moet verschaffen in de aard en verspreiding van de vervuiling, waarvoor gezien de zware middelen waarmee Wanders werkt, die echter niet openbaar bekend zijn, een verkennend onderzoek vermoedelijk sowieso niet geschikt is. Dit ook gezien de geschiedenis van de fabriek om - zoals nu weer met de waterstofperoxide - illegaal te handelen en daarover te zwijgen.

Dat betekent dat onbekend is naar welke stoffen gezocht moet worden, en dat die zaken die beperkt als indicatoren hadden kunnen worden gebruikt zwaar zijn aangetast. Dit overwegende zien wij het als waarschijnlijk dat er ook uit een goed gedaan maar beperkt opgezet onderzoek onterecht niets komt.

Met de blik van iemand die op basis van wat zij heeft meegemaakt het vertrouwen heeft verloren, kan dan nauwelijks anders dan als volgt geredeneerd worden: Een bodemonderzoek kán helpen bij ons verzoek als daaruit blijkt dat onze bodem vervuild is. Echter, als geen vervuiling wordt gevonden betekent dat niet dat deze er niet is, zoals zojuist verklaard. Op basis van eerdere ervaringen lijkt het mogelijk dat gemeente-vertegenwoordigers en fabriek weer onder één hoedje spelen, met als plan een onderzoek te doen waarvan zij al weten dat er niets uit komt door het illegale bodemverstorende gedrag van de fabriek: alsof een politie-agent alleen op die plekken naar vingerafdrukken zoekt waarvan de hem bevriende dief van tevoren heeft verteld dat hij ze goed heeft schoongemaakt.

En dus kan het door U overgebrachte voorstel mijn verzoek schaden, omdat wij gezien de hele geschiedenis ervan uit moeten gaan dat wij ons recht weer moeten bevechten, en een rechter over het algemeen weinig van scheikunde weet, zodat in een onderzoeksrapport deze zwakheden zeer expliciet naar voren moeten worden gebracht, hetgeen gezien onze ervaringen een bestaande of potentiele band tussen onderzoeker en fabriek, gemeente of provincie moet uitsluiten.

Dit kan klinken alsof wij lastige mensen zijn die nooit tevreden zijn, maar dat is niet zo. Dit is de conclusie niet alleen van de hele historie, maar ook van het recente illegale bodemverstorende gedrag van de fabriek wat onderzoek extreem bemoeilijkt. Was dat laatste niet het geval dan hadden wij graag een onderzoek gezien, zelfs al was het maar verkennend. Dan zouden wij bijvoorbeeld kunnen zeggen dat een onafhankelijke, deskundige partij, zoals een door het vlaamse Ovam erkend type 2 bodemsaneringsdeskundige, in ieder geval inzicht zou kunnen verschaffen over de verspreiding van de vervuiling. Bijvoorbeeld Arcadis Belgium.

Nu echter is gebleken dat de bodem op chemische wijze verder is verstoord moet alleen tegen het licht gehouden worden wíe het onderzoek doet, maar moet de hele onderzoeksvraag geheel opnieuw doordacht  worden. Onze eigen gedachten, die wij hebben gespiegeld bij bekenden die meer van scheikunde weten dan wijzelf, gaan dan al snel richting een meer volledig onderzoek, zowel qua onderzochte stoffen als landoppervlakte. De vraag is dan nog steeds naar welke stoffen precies gezocht moet worden, omdat een onderzoek niet zal vinden waar niet naar gezocht wordt. Het zou dan de taak van het gezag zijn om de fabriek te dwingen inzage te geven in alle gebruikte stoffen. De geschiedenis van het bedrijf toont echter aan dat zij niet, onjuist en involledig informeren over wat zij doen, in ieder geval publiekelijk. Of het dan uberhaupt nog mogelijk is om een betrouwbaar onderzoek te doen betwijfelen wij. Hoe dan ook wordt het zo'n werk, en zo'n specialistisch werk, en zo'n absurd duur werk, dat bovendien niet overeenkomt met onze wens tot uitkoop en schadevergoeding, dat wij geneigd waren - en nog steeds zijn - om te zeggen dat dit voorstel beter terzijde kan worden gelegd, en wij ons richten op óns verzoek. Als meedenkend burger: om ons direct uit te kopen is waarschijnlijk eenvoudigweg goedkoper voor het gezag, en komt meer overeen met onze onschuldige status wat betreft niet alleen de bodemvervuiling, maar alles wat hier gebeurd is.

Juridisch gezien is de vervuiling een probleem van de fabriek als vervuiler (al heeft deze dat nooit publiekelijk toegegeven) en het bevoegd gezag. Praktisch gezien is het mijn probleem omdat bij verkoop degene die ons land koopt verantwoordelijk wordt voor sanering. Dat is de Nederlandse wet. Daarmee wordt ons land onverkoopbaar, en dat is schade die ik leid. Zelfs als nu een onderzoek gedaan wordt waar niets uit komt zal ik een potentieel koper moeten informeren (volgens de nederlandse wet) dat gezien alle genoemde problemen wij nog steeds geloven dat er sprake is van ernstige en gevaarlijke vervuiling, waarmee ons land en huis onverkoopbaar blijven. Dit is schade die direct voortkomt uit handelen van de fabriek en het gezag die alles heeft toegestaan en gefaciliteerd, daarbij zo ver gaand om zelf de wet te breken.

Als U denk dat ons verzoek geen merites heeft - als U kunt beredeneren waarom alle ervaringen die wij met de gemeente hebben gehad geen afdoende reden zijn voor ons verzoek, dat het gevolg van het handelen van de gemeente waardoor wij verf en oplosmiddelen hebben moeten inademen waarvan de gemeente niet wist of weet waaruit deze bestonden, overlast hebben ervaren, geld, land, gezondheid, vrienden, geluk, vele levensjaren en het vertrouwen in de overheid hebben verloren en dat dit geen kwestie is van dat wij "zin zouden hebben om te verhuizen"; dat de handel in onroerend goed - ook huizen - van de gemeente niet als precedentswerking gezien kan worden; terwijl het geen precedent zal worden om aan ons verzoek te voldoen door de unieke ervaringen tussen ons en de gemeente; het feit dat wij als enigen aan de fabriek wonen en overlast melden, bezwaar maken, en de volledige juridsche weg bewandeld hebben, waarbij wij vrijwel altijd gelijk hebben gekregen; maar dat de gemeente nooit gehandhaafd heeft en de fabriek jaren en jaren zonder geldige milieuvergunning heeft laten werken - dan horen wij graag Uw argumenten daarvoor, en zullen wij daar graag een gesprek met U over hebben. Als U denkt dat ons verzoek toch merites heeft, laten wij dáár dan liever over spreken.

Hoogachtend,

C.P. Penders

G.J.B. Meijer ( woordvoerder R.P. Zboray )