Inleiding

Geachte leden van het college van burgemeester en wethouders,

wij hebben bij U verzocht om compensatie voor de door ons geleden schade en het nadeel waarvoor de gemeente Oude IJsselstreek verantwoordelijk is. Wij hebben dit verzoek proberen toe te lichten voor de bezwaren commissie die door U is ingesteld. Hier hebben wij bij deze commissie slechts beperkt de gelegenheid voor gekregen. Sindsdien zijn onze grieven gegroeid. Vandaar dat wij in deze brief onze positie nogmaals zo kort als mogelijk samenvatten, en U van de nieuwe grieven en de gevolgen daarvan op de hoogte stellen.

Onze leefsituatie is sinds wij hier zijn komen wonen ingrijpend veranderd. Deze veranderingen zijn verslechteringen, die U - de gemeente - zijn aan te rekenen. Het gedrag waarmee U deze verslechteringen tot stand hebt gebracht is in strijd met het goed fatsoen, en in strijd met de wet. De negatieve gevolgen hiervan voor ons zijn groter dan aanvaardbaar.

Uw gedrag heeft ons zowel direct als indirect gedupeerd. Direct, doordat de waarde van ons bezit is afgenomen, ons leefgenot is afgenomen, onze gezondheid is geschaad, onze maatschappelijke positie is verslechterd, wij energie, tijd en geld kwijt zijn geraakt aan procedures die wij niet hadden hoeven voeren als U zich aan Uw taak had gehouden, en ons vertrouwen in de overheid en geloof in de rechtstaat zijn vernietigd. Indirect zijn wij geschaad omdat inkomsten die wij hadden kunnen hebben er niet zijn geweest, zoals gederfd loon en verloren inkomsten uit ondernemerschap.

Dit alles zal ik hier onder zeer kort toelichten. Vervolgens zal ik kort ingaan op Uw gedrag en hoe dit niet plaats had mogen vinden volgens de Nederlandse wet.

Wij zijn komen wonen in een bijzonder mooie monumentale woning met bijbehorende tuin, in een lieflijk dorp, waar wij zeer van genoten. Ook hadden wij hier een voedselproducerend bedrijf. Nu wordt ons thuis omschreven als "een soort van industriegebied". Deze omschrijving wordt gebezigd door mr. Baneke, die U recent nog vertegenwoordigde bij de Raad van State, en die onze woning daar zo omschreef, waarmee hij rechtvaardigde dat wij nog meer overlast zouden gaan ervaren. Gezien de tegenwoordig toegestane en daadwerkelijke belasting zoals lawaai, stank, verminderd uitzicht en verontreiniging van onze percelen, onze leefomgeving en onszelf, en andere gevaren waaraan wij worden blootgesteld, en daarmee een onaanvaardbare milieuhygienische situatie, geloven wij dat er wat voor zijn omschrijving valt te zeggen. Deze omschrijving had echter nooit juist mogen zijn. Dit alles was vroeger niet zo, en had het ook nooit mogen worden. Niet zonder zorgvuldig wettelijk voorgeschreven procedures door te lopen, en niet zonder ons voor de negatieve gevolgen te compenseren. Niets van deze situatie - de verontreiniging, de stank, het lawaai, het verminderde uitzicht en andere problemen zijn wij echter tegengekomen in de belangenafwegingen bij al Uw besluiten de afgelopen jaren. Niets van dit alles staat in Uw archieven. Dit terwijl wel te vinden is in Uw archieven en in meerdere onafhankelijke onderzoeken dat wij in een rustige landelijke omgeving wonen. Ofwel is er de afgelopen jaren iets ernstig veranderd, zonder dat U hiervoor de wettelijke procedures heeft doorlopen, ofwel de heer Baneke heeft op dit vlak namens U de Raad van State misleid.

Alle hierboven genoemde negatieve effecten voor ons zijn voortgekomen uit de keuzes van de gemeente om de industriële bedrijvigheid aan de Amtweg 4 toe te staan, om windmolenparken te bouwen rondom ons dorp, en om de wet- en regelgeving niet toe te passen of te handhaven.

Volgens U is ons dorp een krimpgebied. De combinatie van een wegtrekkende bevolking en de gecombineerde negatieve effecten van het buurbedrijf en de windmolens maken onze woning met alles wat daarbij hoort onverkoopbaar. Zo hebben wij om maar een enkel voorbeeld te noemen last van de gecombineerde geluidsbelasting van fabriek en windmolens, die samen meer zijn dan is toegestaan aan de rand van een industriegebied, laat staan in een rustige, landelijke omgeving zoals onze situatie door U en experts is beschreven.

Wat betreft de verontreiniging van onze leefomgeving, waaronder het grondwater, de lucht, de bodem, ons voedsel, onze dieren en onszelf is deze U aan te rekenen omdat vanaf het prille begin U ervoor heeft gekozen niet de wet te handhaven die stelt dat de verontreiniger nooit naast onze percelen in bedrijf had mogen zijn. Daarmee heeft U de omstandigheden geschapen waarbij de verontreiniging zich bij ons kon voordoen, en zich wel moest voordoen, gezien de aard van de toegestane en reële bedrijvigheid bij het buurperceel aan de Amtweg 4. Zoals U weet door de eerdere ervaring met bijvoorbeeld de DRU, Beckers en Bongers, ETNA, ATAG en Pelgrim levert deze bedrijvigheid verontreiniging op, die zich door de omgeving verspreid. Dit weet U ook door de VNG brochure "bedrijven en milieuzonering" die hier specifiek voor waarschuwt, én U weet het omdat dit bedrijf op verschillende manieren de omgeving verontreinigt en heeft verontreinigd, wat desondanks geen gevolgen heeft gehad in de manier waarop U ons behandelt.

Daarnaast hebben deze genoemde zaken onze kwaliteit van leven ernstig negatief beïnvloed, en het ons onmogelijk gemaakt om op normale wijze inkomen te verkrijgen. Ook andere opportunity costs zijn U toe te rekenen.

Niet alleen heeft U de gevolgen van Uw handelen nooit in volle omvang overwogen, ook heeft U ons geen enkele vorm van genoegdoening gegeven voor de negatieve effecten die wij hebben geleden en nog zullen lijden. Daarmee heeft U in strijd met de wet en niet integer gehandelt. Om genoegdoening daarvoor vragen wij nu.

Hieronder zal ik zeer kort de geschiedenis toelichten, die tot de huidige situatie heeft geleid.

Geschiedenis

Volgens haar eigen webpagina is het bedrijf Wanders eind jaren zestig gestart in een agrarische schuur op wat destijds de Amtweg 2a was. Zoals blijkt uit Uw archieven gebeurde dit zonder hinderwetvergunning. Dit is in strijd met de wet, zoals de hinderwet en de wet op de ruimtelijke ordening. In strijd met de expliciete opdracht daartoe door staatssecretarissen en ministers heeft U het bedrijf niet gesloten, en dus de wet niet gehandhaafd. Het bedrijf maakte kachels. Er was geen enkele afvoer voor het chemisch afval. In de besluitvorming zijn de risico's voor en belangen van omwonenden en de gevolgen waar wij nu mee zitten niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

In strijd met de goede ruimtelijke ordening heeft U in 1973 toch een hinderwetvergunning afgegeven aan het bedrijf Wanders, en daarbij de risico's voor en belangen van anderen en de gevolgen waar wij nu mee zitten, zoals het risico op bodemverontreiniging, niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

Rond 1978 heeft U uitbreidingen van de naburige fabriek toegestaan in strijd met de wet- en regelgeving, zoals het bestemmingsplan dat dit tot agrarisch gebied verklaarde. Dit was in strijd met advies dat was gegeven door de directeur gemeentewerken. Officieel heeft U toestemming gegeven op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. U heeft hierbij gesteld dat de fabriek binnenkort zou worden verplaatst naar een industrieterrein. Het is evident dat dit niet is gebeurd. Zo is een slechtere ruimtelijke ordening ontstaan. Dat is in strijd met de voorwaarden van artikel 19. U heeft zich dus niet aan de wet gehouden. Onofficieel heeft U de verkoop van een stuk industriegrond dat U in bezit had elders in de gemeente gekoppeld aan het toestemming verlenen voor de uitbreidingen, zoals blijkt uit stukken uit Uw archieven waarin deze overweging staat, en de daadwerkelijke verkoop van deze grond door U aan Wanders. Wij geloven dat dit aantoont dat de gemeente in ruil voor een flinke hoeveelheid geld onze belangen heeft uitverkocht. Stukken waaruit overwegingen over onze belangen zouden moeten blijken zijn er niet, want U heeft onze belangen niet meegewogen in hun handelen en besluitvoering. Gezien dit alles bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

Bij de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied van Netterden in 1980 heeft U in strijd met de wet de bestemming van "landbouwgrond" zonder bouwperceel op de Amtweg 4 gelaten, terwijl U wist dat er een fabriek gevestigd was. U heeft zowel daarvoor als daarna niet op de agrarische bestemming van het bestemmingsplan gehandhaafd. De belangen van omwonenden en de gevolgen waar wij nu mee zitten zijn daarbij niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

In 1985 heeft Wanders’ bedrijf om uitbreiding verzocht op het naastgelegen landbouwperceel Amtweg 4. Het negatieve advies van het Gelders Genootschap heeft u in de besluitvorming niet overwogen. Uw ambtenaren hebben in plaats van de wet te handhaven de fabriekseigenaar geadviseerd om zijn bedrijf ter plaatse te beschrijven als opslagplaats voor agrarische producten (wat niet waar was), zodat makkelijker toestemming verleend kon worden. Dit laatste vindt U echter niet terug in Uw eigen archieven, omdat Uw ambtenaren de brief met deze aanbeveling uit het archief verwijderd hebben toen wij er een kopie van wilden maken. Dit was in strijd met de archiefwet (Artikel 3). U heeft een bouwvergunning verleend op grond van art 19.1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en twee weken later bij bestemmingsplan wijziging D (1986) aan het agrarisch gebied aan de Amtweg 2 a en 4 (hierna Amtweg 4) de bestemming metaalwarenbedrijf toegekend. Wij kunnen geen definitie vinden van die specifieke bestemming, maar blijkbaar vallen de activiteiten die aan de Amtweg 4 plaatsvonden en plaatsvinden daar onder. In ieder geval heeft U deze activiteiten nooit gestopt. Hierbij heeft U geen bodemonderzoek laten doen, ondanks de evidente risico's voor reeds aanwezige of later optredende vervuiling. Het is een voorwaarde in een nieuw bestemmingsplan dat geen onevenredige afbreuk aan of onevenredige hinder voor nabije functies of andere grondbestemming mag optreden. Gezien de activiteiten van de fabriek zowel geluidsoverlast, stank, gezondheidsschade en verontreiniging hebben opgeleverd, en ze te dicht gelegen waren bij onze woning, onze tuin en een voedselproducerend bedrijf hebben onevenredige afbreuk en onevenredige hinder voor onze tuin, onze woning, onze overige gebouwen, en de voedselproductie die bij ons plaatsvond wel plaatsgevonden. Hier is dus een slechtere ruimtelijke ordening ontstaan. Daarbij werden deze bouwvergunning en de bestemmingsplanwijziging niet correct aangekondigd. Een artikel 19 uitzondering op het bestemmingsplan mag alleen worden doorgevoerd als deze leidt tot een goede ruimtelijke ordening en goed wordt aangekondigd. De vergunning had volgens de voorwaarden van Artikel 19 dus niet mogen worden verleend, en het nieuwe bestemmingsplan had niet mogen worden doorgevoerd. De belangen van omwonenden en van de voedselproductie die op zeer korte afstand plaatsvond, de gevolgen voor de ruimtelijke ordening, en de gevolgen waar wij nu mee zitten zijn daarbij niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

Bij de bestemmingsplanwijziging Q rond 1993 en later heeft U zich zo slecht aan Uw taak gehouden dat zelfs extreem sterk ingekort hier nog een lange paragraaf over volgt. U heeft bij deze bestemmingsplanwijziging het naburige, vervuilende en overlast gevende bedrijf een zeer forse uitbreiding toegestaan, en daarbij ook nog de bestemming van onze percelen veranderd zonder ons hiervan op de hoogte te stellen. Toen wij dit ontdekten en wilden laten rechtzetten heeft U ons toen en de daarop volgende jaren misleid en geïntimideerd, door te vertellen dat de verandering van de bestemming van onze percelen niet meer terug te draaien zou zijn, en dat het enige wat wij zouden kunnen bereiken zou bestaan uit het met Uw hulp verkopen van onze grond aan de eigenaar van de percelen aan de Amtweg 4. Wat U had gedaan was echter wel terug te draaien, want de bestemmingsplanwijziging die U doorvoerde lag enkel in de getekende plankaart, niet in de in de beschrijving genoemde percelen, zodat de verschillende onderdelen met elkaar in tegenspraak waren en een reparatie juridisch gezien noodzakelijk was. Ook was alles wat U deed in strijd met de algemene wet bestuursrecht, waardoor het besluit vernietigd zou moeten worden, wat U heel goed wist. U vertelde ons echter dat het alternatief voor verkoop van onze grond zou zijn dat wij aan drie kanten zou worden ingebouwd door de fabriek, zonder enige vorm van bescherming van ons. Hierbij zou U ook niet de normen uit het bestemmingsplan handhaven, die stelden dat er een groenafscheiding van minimaal zes meter breed zou zijn. De wijziging van de bestemming van onze grond betekende volgens U dat de buurfabriek de afstandsnorm tussen percelen zoals die was vastgelegd in het bestemmingsplan kon negeren. Als wij niet mee zouden werken met Uw voorstel zouden wij met lege handen achter blijven. In dit alles heeft U ook de provincie misleid, door goedkeuring te krijgen op een bestemmingsplanwijziging die niet met de werkelijkheid overeenkwam. U heeft ons destijds twee jaar lang misère aangedaan. Hiervan is voor ons niets direct terug te vinden in Uw dossiers. Ofwel U heeft de dossiers hierover vernietigd, ofwel U heeft nooit zorgvuldig een besluit hierover genomen. Gelukkig is dit kwestie nog wel af te leiden uit de stukken die U nog wel in Uw archieven heeft. Hierbij komt nog dat de destijds vastgelegde bestemmingen en bijbehorende voorwaarden destijds niet werden gehandhaafd, en ze worden dat nog steeds niet. Dit kunt U bijvoorbeeld controleren door de bestemmingsplankaart te vergelijken met ofwel de situatie ter plaatse, ofwel met satellietfoto's van de lokale situatie, zoals via google maps. Dit alles is in flagrante schending van de wet. De belangen van ons en de risico's voor ons, de omwonenden, en de gevolgen waar wij nu mee zitten zijn niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

U heeft in 1993 in de ontwerpfase van voornoemde bestemmingsplanwijziging voor het eerst een beperkt bodemonderzoek laten doen, waarbij onderzoek op onze grond werd nagelaten, ondanks dat ook de bestemming van onze grond veranderde. Hiervan, en van de resultaten van het onderzoek waaruit verontreiniging bleek, heeft U ons niet op de hoogte gesteld. Ook later onderzoek heeft U onder de pet gehouden. De belangen van ons, de omwonenden, en de gevolgen waar wij nu mee zitten zijn niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

Bij het verlenen van de milieuvergunning in 1996 - de enige onherroepelijke vergunning volgens de wet milieubeheer - zijn er vele voorwaarden gesteld, beperkingen in zekere zin, die ons enige mate van bescherming gaven. Ook zou iedere verandering daarna ten goede van het milieu en de omwonenden moeten komen. Desondanks zijn de risico's voor en belangen van omwonenden en de gevolgen waar wij nu mee zitten niet of niet afdoende meegewogen in de besluitvorming. De bescherming die er was is weggevallen toen U ervoor koos de algemene normen uit het Activiteitenbesluit over te nemen. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

In 1997 en 1998 speelden er ook vele zaken die zelfs sterk ingekort hier nog een lange parafraaf zullen vormen. Eerst gaf U een bouwvergunning voor een forse uitbreiding van de fabriek. Hoewel U bekend was met de eerder ontdekte verontreiniging liet U deze niet saneren, op dit hiervoor natuurlijke moment van sloop en nieuwbouw met uitbreiding van de fabrieksgebouwen. Dit terwijl U de wettelijke verantwoordelijkheid had en heeft deze te laten saneren, en Uw ambtenaren later voor de rechtbank zouden verklaren dat sanering ook daadwerkelijk plaats zou vinden op het "natuurlijk moment". Bij de werkzaamheden werd in 1998 een gebouw aan de Amtweg 4 (voorheen Amtweg 2a) gesloopt. Hierbij kwam asbest vrij doordat de asbest platen van het dak op de grond gegooid werden, waar ze in stukken braken en verkruimelden. Dit gebeurde zonder enige bescherming van de werkers of afscherming van de bodem. Er was geen onderzoek aan de sloop vooraf gegaan, en er waren geen maatregelen om de slopers of de omgeving te beschermen. Na de sloop werd illegaal een nieuwe bedrijfshal gezet. De inspectie heeft dit alles stilgelegd. Achteraf werden de grote stukken asbest verwijderd, maar de kleine stukjes en het poeder bleef liggen. Er is geen onderzoek gedaan naar hoeveel asbest er was vrijgekomen, hoe gevaarlijk deze verontreiniging was, en welke omvang deze verontreiniging met asbest had. De gemeente verleende de fabriek juist vrijstelling van de onderzoeksplicht, en staat hem toe op verontreinigde grond te bouwen. Dit in strijd met de wet bodembescherming, en in strijd met de belangen van de omwonenden. De gebezigde onderbouwing (dat er al onderzocht zou zijn) is om twee redenen onjuist: De nieuwe verontreiniging met asbest die was opgetreden was nog niet onderzocht, en het (voormalige) perceel van mevrouw Penders was nooit onderzocht. In latere onderzoeken die zijn vrijgegeven is niet getest op asbest. Hierdoor is de ernst en totale omvang van deze asbest verontreiniging nooit vastgesteld, in strijd met de wet. Vervolgens heeft U alsnog een bouwvergunning verleend voor de nieuwe bedrijfshal. Er is wél onderzoek gedaan naar sommige andere verontreinigende stoffen dan asbest, en uit dit onderzoek bleek dat de bodem ineens ernstig verontreinigd was, én dat deze verontreiniging zich over onze percelen uitstrekte. Er is in strijd met de wet geen onderzoek gedaan op onze percelen waarover de verontreiniging zich uitstrekte, en ook zijn wij niet gewaarschuwd, zijn wij nooit gewaarschuwd over deze verontreiniging. Ook zijn er geen maatregelen genomen om te voorkomen dat de verontreiniging zich over onze percelen kon verspreiden. Dit ondanks de grote, bodemverstorende ingrepen. Dit alles is in strijd met de wet. Dat U ons niet heeft gewaarschuwd voor de verontreiniging en geen maatregelen heeft genomen om deze te saneren en om te voorkomen dat deze zich op onze grond kon verspreiden is bijzonder verwerpelijk omdat U wist dat wij voedsel produceerden op de verontreinigde grond, en het grondwater uit deze grond gebruiken. Zo zijn wij blootgesteld aan deze verontreiniging, zowel direct als via het voedsel dat wij produceerden in de verontreinigde bodem en met het verontreinigde water. Ook hadden wij een varkensstal, waar de dieren het sterk verontreinigde grondwater te drinken kregen. De dieren die zo de verontreiniging in hun vlees kregen zijn op ons bord, en ook in de supermarkt terecht gekomen. Wij wisten van niets. De belangen en de risico's van ons, de voedselveiligheid, en de gevolgen waar wij nu mee zitten zijn niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan, waaronder in het bijzonder ook onze gezondheidsklachten.

Hierna volgt een periode waarin U of de Raad van State besluit dat de werkelijke situatie niet overeen komt aan de milieuvergunning, U desondanks niet handhaaft, maar in plaats daarvan nieuwe milieuvergunningen afgeeft, die volgens de Raad van State niet juist zijn en die deze daarom vernietigt. In deze periode en bij de rechtszaken die hier spelen blijkt onder andere uit hard bewijs dat aan de Amtweg 4 meer wordt geproduceerd en meer chemicaliën worden gebruikt dan dat U stelt of vergund heeft. Desondanks doet U hier niets aan, kiest U er voor om niet te handhaven. De belangen van ons, de omwonenden, en de gevolgen waar wij nu mee zitten zijn niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

Bij het ingaan van het Activiteitenbesluit heeft de wetgever U de mogelijkheid geboden om maatwerkvoorschriften op te leggen, waarmee onze belangen hadden kunnen worden beschermd en ruimte geschapen had kunnen worden voor een meer duurzame oplossing. Dit heeft U niet gedaan. Hierdoor zijn de algemene normen van het Activiteitenbesluit voor het bedrijf aan de Amtweg 4 gaan gelden, wat voor ons een grote verslechtering was ten opzichte van de eerdere situatie. De belangen van ons, de omwonenden, en de gevolgen waar wij nu mee zitten zijn niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

Veel van de zaken die wij hier noemen beschrijven het handelen van Uw voorgangers, die optraden namens de gemeente. De problemen spelen echter nog steeds. Niet alleen doordat wij nog steeds leven met de gevolgen van het handelen van Uw voorgangers, maar omdat U zelf nog steeds in strijd met de wet en tegen onze belangen in handelt.

Bij de bepaling van het nieuwe bestemmingsplan door het huidige college van burgemeester en wethouders zijn onze inzichten en verzoeken allemaal afgewezen, op basis van argumenten waarvan U weet dat deze onjuist zijn. Zo heeft de wethouder bijvoorbeeld tegen de gemeenteraad gezegd dat onze percelen niet verontreinigd zouden zijn, en dat er sprake zou zijn van een aanvaardbare milieuhygienische situatie. Dit terwijl U onderzoeken in uw archieven heeft die aantonen dat onze percelen ernstig verontreinigd zijn doordat verontreiniging van de Amtweg 4 zich naar onze grond heeft verspreid. En terwijl U weet dat de ligging van het bedrijf in strijd is met de afstandsnormen die gelden volgens de VNG en de Raad van State, en terwijl het U bekend is dat dit ons vele problemen heeft opgeleverd die allemaal de kwalificatie "aanvaardbare milieuhygienische situatie" onwaar maken. Wat U tegen ons zegt, en tegen de gemeenteraad, is gewoon niet waar. U weet dat het niet waar is. En met Uw op deze onwaarheden gebaseerde beslissingen schaadt U ons in volle bewustzijn. Dit punt hadden wij nog niet aangekaart bij de bezwarencommissie, omdat wij U eerst nog de mogelijkheid hebben geboden dit euvel recht te zetten. Het is ondertussen echter duidelijk dat U dit niet doet, en niet eens inhoudelijk reageert op onze verzoeken hierover. De kennis die U heeft, de belangen van ons, de omwonenden, en de gevolgen waar wij nu mee zitten zijn niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

Door het toestaan van windmolenparken rondom Netterden heeft de gemeente ervoor gezorgd dat de geluidsbelasting op onze woning - aan meerdere kanten - toeneemt tot boven de normen die gelden rondom een industriegebied. Dit terwijl hier geen industriegebied ligt. Ook hebben deze windmolens het aanzien van het dorp - door de Gelderlander ooit genoemd als een van de laatste onbedorven dorpen van Gelderland - en onze monumentale woning negatief beïnvloed. Dit is niet in de besluitvorming overwogen. De door U gebruikte onderzoeken hebben in ieder geval bij Windpark Netterden-Azewijn ook niet de geluidsbelasting correct weergegeven, zoals bleek bij controle hiervan voor de rechtbank door het StAB. Het StAB stelde vast dat de geluidsbelasting hoger was dan berekend was en overwogen was door U. Bij onze directe buren bijvoorbeeld was de toegenomen geluidsbelasting hoger dan aanvaardbaar in het gewone maatschappelijk risico. Voor ons geldt dit dus ook, en sterker nog, omdat ons huis nu aan alle zijden een sterke geluidsbelasting heeft. Deze belasting is meer dan de andere woningen in dit krimpgebied, en daarmee is onze woning waardeloos ten opzichte van andere woning, en is de waardevermindering in het handelsverkeer hierdoor totaal. De belangen en specifieke omstandigheden van ons, en de gevolgen waar wij nu mee zitten zijn niet meegewogen in de besluitvorming. Daardoor bent U verantwoordelijk voor de problemen die hier zijn ontstaan.

De klachtencommissie die U heeft opgericht en die U advies moet geven over deze zaak handelt onzorgvuldig, en daarmee in strijd met de AWB. De commissie heeft te weinig tijd uitgetrokken voor de mondelinge behandeling van deze zaak, waardoor bijvoorbeeld de gezondheidsproblemen niet zijn behandeld, net zoals de meeste andere punten die wij hebben aangedragen. De gezondheidsproblemen hebben wij overigens niet expliciet op schrift willen stellen, nadat is gebleken dat de gemeente onzorgvuldig met gevoelige documenten omgaat. Dit bleek bijvoorbeeld toen vertrouwelijke stukken uit een mediation poging tussen ons en U niet vertrouwelijk werden behandeld, in strijd met de mediation voorwaarden waaraan U gecommiteerd was. Ook bleek bij de mondelinge behandeling dat de commissie bevooroordeeld was, en al een conclusie had getrokken vóór de mondelinge behandeling.

Deze zelfde klachtencommissie, met dezelfde voorzitter, heeft ook in het verleden zo onzorgvuldig gehandeld dat wij ons hier over bij U hebben beklaagd. Destijds werden essentiële punten die wij hadden aangekaart niet in het verslag van de hoorzitting opgenomen. Desondanks heeft U dezelfde klachtencommissie de huidige zaak laten behandelen.

Bij de hoorzitting over de huidige procedure bij de klachtencommissie heeft de vertegenwoordiger van de gemeente aan het eind van de mondelinge behandeling categorisch alles ontkend wat wij schriftelijk en mondeling hebben aangedragen. Dit terwijl vrijwel alles wat wij hadden aangedragen haar bekend is of hoort te zijn als waarheidsgetrouw, aangezien vrijwel alles uit Uw eigen archief afkomstig is. Hiermee heeft ook zij en daarmee de gemeente zich niet aan haar wettelijke rol gehouden.

Algemene Problemen

In de loop van de tijd heeft U vaak er voor gekozen om de wet niet te handhaven. Er vinden wel inspecties plaats, soms naar aanleiding van klachten of meldingen van ons. Echter, inspecties worden eerst gemeld aan degene die geinspecteerd wordt. Dit weten wij onder andere omdat in het verleden is gebleken dat het bedrijf meer chemicaliën gebruikte dan werd toegestaan. Dit hebben Uw inspecteurs zelf nooit ontdekt. Hun inspecties zijn dus niet adequaat. Deze kwestie is U bekend omdat wij dit hebben verteld aan ambtenaren en politici, en ook omdat dit in een handhavingsrechtszaak met hard bewijs is aangetoond. Desondanks heeft U er voor gekozen om Uw inspecties aan te blijven kondigen - en kiest U er nog steeds voor om niet te handhaven wanneer duidelijk in strijd met wet- en regelgeving wordt gehandeld. Bijvoorbeeld wordt nog steeds niet op het bestemmingsplan gehandhaafd, ondanks dat de discrepantie tussen het bestemmingsplan en de werkelijke situatie zowel met het blote oog als met hulp van google maps (en luchtfoto's in Uw dossier) zichtbaar zijn.

Bij vele procedures is gebleken dat U een loopje met de werkelijkheid neemt. Op dit moment speelt dit bijvoorbeeld bij de meest recente revisie van het bestemmingsplan. Zoals eerder in dit stuk aangekaart stelt U onder andere dat onze percelen niet verontreinigd zijn door de naburige fabriek, en baseert U Uw beslissingen hierop, terwijl U weet dat dit onjuist is. Dit onfatsoenlijke en onwettige gedrag is geen uitzondering. Hierbij doelen wij niet alleen op alles wat al is genoemd, maar ook het stelselmatig liegen bij juridische procedures. Zo werd bij de meest recente zaak over het windmolenpark Den Tol voor de Raad van State door Uw vertegenwoordiger beweerd dat wij de windmolens (die ongeveer 200 meter hoog worden, 2/3 van de hoogte van de eiffeltoren) niet zouden kunnen zien, suggereerde hij dat onze woning geen monument zou zijn, en zei hij dat de effecten op Netterden en haar cultuurhistorische elementen goed overwogen zouden zijn. Dit alles was niet waar. Ook stelde hij - zoals eerder - dat er in Netterden sprake zou zijn van een zogenaamd "gemengde omgeving", waardoor een zwaardere milieubelasting toegestaan zou zijn. Volgens alle onderzoeken, Uw eigen archieven, en een uitspraak van de Raad van State, was dit onjuist, en is Netterden een rustig, landelijk dorpje, waar minimale geluidsbelasting bij hoort. Als hier echter in de tussenliggende jaren iets aan is veranderd is dit nooit in Uw besluitvorming overwogen, en had deze verandering dus niet plaats mogen vinden. Ofwel Uw besluitvorming klopt op dit punt dus niet, ofwel Uw vertegenwoordiger was tegen de Raad van State aan het liegen. In de loop der jaren heeft U rechtbanken, gerechtshoven en de raad van state onjuist geïnformeerd over, om maar wat voorbeelden te noemen, dat er beter geluidsbeleid zou komen (wat voor zover wij weten niet is gebeurd), dat er een hoge schoorsteen zou komen bij de fabriek om de uitstoot van gevaarlijke chemicaliën over een groter gebied te spreiden, dat de uitstoot van gevaarlijke chemicaliën zou verminderen door de overgang op een ander verfproces in de fabriek (terwijl hierdoor de uitstoot juist verergerde), dat de verontreiniging gesaneerd zou worden op het daarvoor geschikte natuurlijke moment (dat al was geweest), en dat de belasting van ons vanuit het naburige terrein aanvaardbaar zou zijn. Dit alles was niet waar, en als U zelf de schriftelijke behandeling terugleest, en bovenal de verslagen opvraagt bij de rechtbanken, gerechtshoven en raad van state van de mondelinge argumentatie, waaruit blijkt dat Uw vertegenwoordigers daar met hele nieuwe (maar onjuiste) argumenten zijn komen aanzetten, kunt U dit zelf ook vaststellen. In dit alles willen wij nogmaals in het bijzonder de aandacht vestigen op Uw vertegenwoordiger bij de Raad van State voor het Windpark Den Tol, de heer Baneke. Niet alleen loog hij over verschillende zaken zoals hierboven benoemd, maar ook vroeg hij namens U aan de Raad van State om - als de gemeente de procedure zou verliezen - de stichting Tegenwind geen proceskosten vergoeding toe te kennen, omdat de voorzitter van de Stichting Tegenwind intussen was overleden. Van alle smerige, onsmakelijke, onethische dingen die wij hebben meegemaakt in en van deze gemeente, is dit in onze ogen misschien nog wel het meest weerzinwekkend.

Samenvatting

Vele van de onjuiste zaken die zich hebben voorgedaan hebben wij niet genoemd, omdat anders deze brief net zo lang zou worden als ons hele archief, dat duizenden pagina's beslaat. Met wat hier is geschreven, en met wat in Uw eigen archieven staat, is duidelijk dat alle bovenstaande negatieve effecten tot stand zijn gekomen door toedoen van de gemeente, die in strijd met de wet onze belangen niet heeft beschermd, of indien andere belangen zwaarder hadden gewogen, ons voor de negatieve gevolgen niet heeft gecompenseerd. Kort samengevat: Wij kwamen wonen in een mooie monumentale woning, met grote tuin, in een stil, onbedorven dorp, met uitzicht op de landerijen. Nu wonen wij effectief en volgens Uw vertegenwoordiger in een industriegebied. Met hoge geluidsbelasting, met stank van chemicaliën die ook slecht zijn voor de gezondheid, op vervuilde grond, met water dat wit kleurt of schuimt wanneer het uit de kraan komt, waar er verf en oplosmiddelen zitten in de lucht die wij inademen, waar onze dieren ziek worden en te vroeg sterven, met uitzicht op een fabriek waar binnenkort windmolens met 2/3 van de hoogte van de eiffeltoren boven uit torenen, waar de weinige normen die er zijn liggen op onze woning en onze tuin en andere gebouwen geen enkele bescherming genieten, ook al willen wij hier de meerderheid van de dag doorbrengen. Wij willen hier weg, maar kunnen dat niet doordat dit alles onverkoopbaar is. Deze situatie had niet kunnen ontstaan zonder Uw handelen. U heeft deze situatie geschapen, en daarmee voortdurend in strijd met de wet gehandeld, en U doet dat nog steeds. Daarmee bent U er voor verantwoordelijk.

De gevolgen van Uw gedrag uitgedrukt in bedragen

Om de negatieve zaken waarvoor wij restitutie vragen in geld uit te drukken hebben wij hier bij de klachtencommissie een geldbedrag aan toegekend. Bij de stukken die wij aan hen hebben gestuurd zit een uitgebreidere onderbouwing van de bedragen die wij U vragen. Ondertussen moeten wij dit bedrag echter verhogen door de recente kwestie met het nieuwe bestemmingsplan. Ook komen wij tot de conclusie dat wij een wat hoger bedrag hadden moeten rekenen voor de kosten die wij hebben gemaakt, omdat wij de tijd en het werk van onze zoon eerder niet hadden meegerekend.

De gevolgen voor ons onroerend goed

Zoals gezegd hebben de negatieve effecten van Uw gedrag ertoe geleid dat onze woning met alles wat daarbij hoort onverkoopbaar is. Wij vragen U om de volledige fictieve waarde van onze percelen met gebouwen. Daarmee bedoelen wij de waarde die dit alles zou hebben gehad als de problemen die U heeft geschapen er niet zouden zijn geweest. Alsof wij onze percelen in Netterden onbezwaard zouden kunnen verkopen. Immers, de verontreiniging en het risico dat dit betekent voor een potentiële koper die aansprakelijk kan worden voor de saneringskosten - waarvan de totale hoogte bij gebrek aan afdoende onderzoek onzeker is maar kan oplopen tot miljoenen - alleen is daar al genoeg reden voor. De onzekerheden alleen zijn al genoeg om iedere potentiële koper af te schrikken. Deze verontreiniging zou zich niet hebben voorgedaan als de gemeente zich aan haar wettelijke taken zou hebben gehouden. U heeft ofwel het bedrijf toestemming gegeven om met zoveel chemicaliën te werken op een onveilige manier dat dit tot de verontreiniging van onze percelen heeft geleid, ofwel U heeft het niet toegestaan, maar niet adequaat gehandhaafd. Vanuit Uw verantwoordelijkheid naar ons toe zijn beide situaties gelijkwaardig, en bent U aansprakelijk. Overigens zijn, gezien de status van krimpgebied, alle andere negatieve effecten zoals de hoge toegestane geluidsbelasting, de toegestane stank, het verslechterende uitzicht, de opslag van gasflessen direct naast ons perceel met bijbehorende gevaren voor ontploffing, brand, zuur, verstikking en gif, de bedreiging van de gezondheid, het niet handhaven van de wet, en het actief breken van de wet door de gemeente zo sterk afschrikkend voor potentiële kopers - die aangezien het volgens U om een krimpgebied gaat ook andere keuzes hebben - dat ook deze zaken zelfs zonder de verontreiniging genoeg zijn om de woning onverkoopbaar te maken. Het gerechtshof heeft zich voor een deel van deze nadelige gevolgen reeds uitgesproken, en heeft bepaald dat deze een groot negatief effect hebben op de waarde van ons bezit. Ook dat het nu onmogelijk is om het gebouw en het perceel van ons voormalig agrarisch bedrijf nog volledig (of uberhaupt) uit te baten, of dezen om te bouwen naar woningen voor verhuur of gebruik door familieleden rekenen wij U aan, aangezien hier de afstandsnormen tot het bedrijf Wanders in de weg zitten. Deze problematiek heeft U nooit overwogen, en daarmee bent U ook verantwoordelijk hiervoor. Wij rekenen zelf dat de waarde van onze percelen grofweg 1.9 miljoen euro zou zijn geweest zonder de ellende die U heeft veroorzaakt. Dit getal hebben wij gebaseerd op wat de handelswaarde van vergelijkbare woningen met bijbehorende grond en gebouwen lijkt te zijn, en op de herbouwwaarde van onze woning. Omdat de situatie voor ons onaanvaardbare hinder met zich meebrengt zijn wij gedwongen om te verhuizen. Wij schatten de daarbij bijkomende kosten op 13% van het geheel. Daarmee komen wij uit op een te compenseren som van 2.147.000 euro. Als U instemt met het principe van de vergoeding waar wij om vragen ligt het voor de hand het exacte bedrag beter onderbouwd vast te stellen.

De gevolgen voor onze inkomsten

De lange tijd dat wij met deze zaak bezig zijn geweest is geheel te wijten aan het gedrag van de gemeente, die zich voor zover wij hebben kunnen nagaan in al haar hier relevante besluiten nog nooit aan haar plichten tegenover ons heeft gehouden. Omdat bovendien in strijd met de wet de gemeente zonder ons te informeren de bestemming van ons perceel heeft veranderd, en ook op andere manieren zich niet aan haar verplichtingen heeft gehouden om ons te informeren of ons te laten informeren over wat gaande is - betekent dat wij meer tijd dan redelijk moeten besteden aan het controleren of de gemeente zich wel of niet aan de wet houdt. Nog steeds wordt bijvoorbeeld geen inzage gegeven in onderzoeken waar de gemeente als bevoegd gezag over hoort te (kunnen) beschikken, noch in controle rapporten van de omgevingsdienst. Hierdoor, en door alle procedures die wij hebben moeten voeren, waren wij niet in staat om op normale wijze inkomsten te vergaren. Dit zowel via een baan, als via het uitbaten van een (zorg) pension, ondanks dat wij hier al lang plannen voor hebben, zoals U weet omdat U zelf ons hier een vergunning/bestemming voor heeft verleend. Hiervoor rekenden wij de verloren inkomsten die we redelijkerwijze zouden hebben gehad op basis van ons beroep, en overige inkomsten zoals de uitbating van een zorgpension. Gezien de jaren die deze kwestie speelt, en de tijd die wij hadden kunnen werken, kwamen wij eerder uit op een bedrag van 445.000 - 673.000 euro, plus pensioenaanspraken. Dit was volgens de redenatie die wij aan Uw bezwarencommissie stuurden. Ondertussen zijn wij echter gedwongen meer tijd in dit alles te steken, onder andere doordat U weer problemen veroorzaakt in de ruimtelijke ordening, en weer weigert om deze recht te zetten. Daardoor komen wij uit op een hoger bedrag van 457.000 - 691.000 euro, plus de verloren pensioenaanspraken. Als U instemt met het principe van de vergoeding waar wij om vragen ligt het voor de hand het exacte bedrag beter onderbouwd vast te stellen. De redenatie, meer persoonlijk weergegeven, zoals ik deze eerder heb opgeschreven voor de bezwarencommissie, was als volgt:

Ik ben opgeleid tot ziekenhuis-verpleegkundige. Toen ik in de gemeente kwam wonen was ik huisvrouw en voedde ik twee zonen op. Mijn plan was om weer te gaan werken zodra beiden op kamers ginen wonen. Als dit plan was doorgegaan zou ik in verloop van tijd bruto grofweg 457.000 - 691.000 euro hebben verdiend, en daarnaast pensioenaanspraken hebben. Het plan is niet doorgegaan. Door de voortdurende acties van de gemeente ten nadele van mij, zoals later in dit document beschreven, was ik meer en meer tijd kwijt met het verdedigen van onze belangen. Uiteindelijk is dit meer dan het equivalent van een voltijd-baan geworden. Laat mij U verzekeren: dit was mijn hobby niet, en is het ook nooit geworden. Tegen mijn zin raak ik de jaren van mijn leven hieraan kwijt, wat ik nooit zou doen als de gemeente- vertegenwoordigers niet tegen mij hadden gelogen, of mijn belangen met de voeten getreden, of de wet, regelgeving en alle fatsoensregels aan hun laars hadden gelapt. Ik had ervoor kunnen kiezen om hier niet tegen in te gaan, maar mij is door schade en schande duidelijk geworden, dat als je in deze gemeente je belangen niet actief verdedigt, je ze verliest. Ook is het nodig om voortdurend de vinger aan de pols te houden, om te voorkomen dat, om maar een voorbeeld te noemen, de bestemming van je land wordt veranderd. Verder was ik in de beginjaren zo naïef om te denken dat sprake was van “eerlijke fouten” en kon ik nooit bevroeden dat alle procedures en problemen zo lang zouden duren als ze gedaan hebben, bijvoorbeeld doordat de gemeente weigerde te handhaven en achteraf bezien, leek te traineren tot de invoer van het activiteitenbesluit. Mijn vertrouwen in de rechtstaat, in ieder geval binnen deze gemeente, ben ik dan ook verloren.

Eerst konden advocaten mij nog bijstaan in deze zaak, maar spoedig was het daarvoor beschikbare budget op. Omdat ik niet kon vertrouwen op de gemeente als mijn belangenbehartiger en de gemeente zelfs actief mij heeft benadeeld en misleid, ben ik in de loop van de tijd meer en meer gedwongen om mijn belangen zelf actief te behartigen. Dit betekende dat ik meer en meer tijd moest spenderen aan procedures, aan het opdoen van kennis over wetgeving en jurisprudentie, en ik meer en meer belast werd met zaken die volstrekt niet aansluiten bij mijn aard of achtergrond als verpleegkundige en dochter van een huisarts.

Valse tongen beweren dat ik in mijn eentje een ambtenaren-fte volmaak met al mijn vragen, onderzoeken, en procedures. Die voorstelling van zaken is echter een 180 graden verdraaiing van de werkelijkheid: dat de gemeente door haar handelen mij meer dan een fte aan tijd en inkomsten kost. Als de gemeente haar werk had gedaan door Wanders niet toe te staan zich hier te vestigen, of later haar fout had hersteld, zelfs al zou hij maar een halve kilometer verder zitten, zoals ook voorgeschreven door de VNG, zou ik grote aantallen zieken hebben geholpen, verpleegkundige handelingen uitgevoerd en artsen bijgestaan, in plaats van mij te moeten inlezen in het bestuursrecht, de wet ruimtelijke ordening, de wet geluidhinder, de wet milieubeheer, enzovoorts, en mijzelf genoeg expert maken om vele ( en vermoedelijk nog lang niet alle ) fouten daarin begaan door de gemeente te benoemen en succesvol beargumenteren voor de hoogste rechtscollege’s van dit land.

Het getal aan verloren inkomsten dat ik heb genoemd is gebaseerd op de ziekenhuis-CAO, en de aanname dat ik na een opstartperiode 18.5 - 19.5 jaar zou hebben gewerkt. Het is niet gecorrigeerd voor inflatie. Zelfs als ik alleen maar een minimumloon had verdiend zou dit ( rekenend van 2000 tot eind 2018 ) bruto nog steeds neergekomen op 344.000 euro ( gerekend met het huidige minimumloon ).

Behalve dat ik als verpleegkundige een loon had kunnen verdienen indien geen sprake was van de door de gemeente veroorzaakte fabrieksproblematiek, heb ik ook in 2004 een pensionbestemming op mijn huis gekregen. Met hulp van mijn partner hadden wij in andere omstandigheden hierin een bed & breakfast kunnen uitbaten om ons inkomen aan te vullen. De derving aan deze inkomsten zien wij als de gemeente verwijtbare schadepost. Om deze getalsmatig uit te drukken kijken wij ter vergelijking naar de nabije “t witte huus” bed & breakfast. Hier kost een overnachting 69,50 euro per nacht. Het lijkt redelijk om aan te nemen dat wij, voor dezelfde prijs, zeg de helft van de tijd, twee van onze slaapkamers zouden kunnen verhuren. Laten wij verder aannemen dat wij, naast belastingen, kosten gemaakt zouden hebben, zodat de bruto opbrengsten van een verhuurde kamer uit zouden komen op 50 euro per nacht. Vanzelfsprekend zijn er opstartperioden en dergelijke. Laten wij zeggen dat wij inkomsten zijn verloren gedurende 13.5 jaar. Dan komen wij uit op een bedrag van grofweg 246.000 euro aan verloren inkomsten.

Wat betreft de gederfde inkomsten horen echter ook nog de verloren inkomsten van onze zoon - die ons lang en uitgebreid heeft geholpen in deze zaken. Gekeken naar de tijd die hij in deze kwesties heeft gestoken, en een redelijke vergoeding van zijn tijd, komen wij voor hem uit op een bedrag van 136.000 euro.

Bovengenoemde getallen aan gederfde inkomsten - doordat wij noch ons beroep konden uitoefenen, noch gebruik maken van de pensionbestemming van ons huis - beschouwen wij als indicatief. De werkelijke nadeelcompensatie voor gederfde inkomsten zou in onze ogen het beste kunnen worden bepaald door een professional, nadat overeenstemming is bereikt over de te volgen methode. Hierin zijn wij bereid te luisteren naar suggesties of inzichten die van de onze verschillen.

De gevolgen voor onze gezondheid

De schade wat betreft onze gezondheid kunnen wij zelf niet goed onderbouwd in cijfers uitdrukken. Daar zijn actuarissen beter in. Omdat wij echter geloven nu een som te moeten schatten stellen wij dat wij op basis van onze ziekten een aantal jaren van ons leven zullen moeten inleveren, en hebben wij tot nu toe al meerdere jaren grote gezondheidsklachten die de kwaliteit van ons leven i n hoge mate negatief beinvloeden. Dit laatste geldt vooral voor de heer Meijer, die de meeste tijd van de dag vlak bij de fabriek, in de zone met volgens het TNO en andere onderzoeken de hoogste verontreiniging van lucht, bodem en water doorbrengt. Ook mevrouw Penders heeft gezondheidsklachten, en meer in de toekomst ligt in de lijn der verwachting. Deze gezondheidsklachten komen in hoge mate overeen met de risico's horende bij de door de fabriek gebruikte of in het milieu gebrachte stoffen, of hun rest-, afbraak-, of kraakproducten. Wij hebben een waarde toegekend aan een verloren levensjaar, en aan een levensjaar met slechte kwaliteit. Op basis daarvan komen wij tot de slotsom van 675.000 euro. Omdat U in het verleden heeft getoond niet zorgvuldig met documenten om te gaan - zoals blijkt uit het verwijderen van bewijsstukken uit Uw eigen archief, maar ook uit het niet vertrouwelijk behandelen van stukken uit de mediation - willen wij niet en plein public onze gezondheidsschade nader toelichten. Het gaat hier om privacy gevoelige gegevens. Als U instemt met het principe van vergoeding kan de nadere toelichting met experts worden doorgesproken, en kan de schade in geld uitgedrukt beter worden vastgesteld.

De gevolgen voor onze dieren

Wat betreft de schade aan de gezondheid voor onze dieren gaat het hier zowel om vee als om gezelschapsdieren, waaronder paarden en honden. Naast de nare gevolgen voor de dieren zelf heeft de hoge sterfte en de vele ziektes tot reputatieschade geleid, wat heeft bijgedragen aan het vervroegd beëindigen van de heer Meijer's bedrijf. Wij hebben ook veel verdriet gehad van de ziektes en het te vroege overlijden van onze dieren. Puur materieel beschouwd ziet hij het te vroege verlies van enkele paarden als een schadepost van 8000 euro. Wij vinden het moeilijk om aan deze immateriële schade een exact bedrag toe te kennen. Wij vragen voor de vorm om een bedrag van 10.000 euro hiervoor. Als U instemt met het principe van vergoeding kunnen experts de schade in geld uitgedrukt beter worden vastgesteld. Vooralsnog vragen wij hiervoor dus een bedrag van 18.000 euro. Als U instemt met het principe van vergoeding kan de nadere toelichting met experts worden doorgesproken, en kan de schade in geld uitgedrukt beter worden vastgesteld.

Overige schade zoals het verlies aan vertrouwen, en maatschappelijke schade kunnen wij zelf niet goed onderbouwd in geld uitdrukken, en stellen wij pro forma op 100.000 euro.

Conclusie

Bij elkaar vragen wij U om forse bedragen ter compensatie van wat wij door U hebben verloren. Bedragen die in onze ogen helaas vrij accuraat weergeven wat U ons heeft aangedaan. Wij zijn bereid te luisteren naar andere inzichten over hoe compensatie voor wat U heeft gedaan (of heeft nagelaten terwijl U het had moeten doen) kan of dient te worden berekend.Als U instemt met het principe van vergoeding kan de nadere toelichting bijvoorbeeld met experts worden doorgesproken, en kan de schade in geld uitgedrukt beter worden vastgesteld. Gezien de geschiedenis willen wij U er nogmaals expliciet op wijzen dat ook nu in dit besluit U volledig rekening dient te houden met onze belangen. Mocht U vragen hebben over dit alles zijn wij bereid dit nader toe te lichten. Hieronder voegen wij nog wat foto's toe als voorbeelden van bijvoorbeeld de chemische verontreiniging waar U ons aan heeft blootgesteld, en nog steeds aan blootstelt, via het water en via de lucht.