Rechtsmiddelen tegen “niet tijdig besluit nemen”

Op verschillende momenten kunt u geconfronteerd worden met overheden die traag handelen. Als voorbeeld kan gedacht worden aan een situatie waarbij een bestuursorgaan niet tijdig beschikt op uw aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning of niet tijdig een besluit neemt op een door u ingediend bezwaarschrift. Of het betreffende bestuursorgaan ook daadwerkelijk niet tijdig een beschikking nam, kan pas aan de kaak worden gesteld in de procedure die volgt tegen het niet tijdig nemen van een beschikking op uw aanvraag danwel in het bezwaarschrift tegen de beschikking als zodanig.

Om burgers en bedrijven een adequaat rechtsmiddel te verschaffen met als doelstelling om de besluitvorming van bestuursorganen te bespoedigen, zijn de Wet dwangsom en (direct) beroep bij niet tijdig beslissen” en de zogenaamde “lex silencio positivo”
(positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) in het leven geroepen.

Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen

Teneinde bestuursorganen te dwingen te besluiten binnen de daarvoor van toepassing zijnde termijn, is op 1 oktober 2009 de “Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen” van kracht geworden. Volgens deze wet heeft u in bepaalde gevallen (u dient  belanghebbende te zijn, het bestuursorgaan moet niet onredelijk laat door u in gebreke zijn gesteld, enzovoort) recht op een vergoeding (dwangsom) als de overheid te laat een besluit neemt op uw aanvraag of uw bezwaarschrift. Bovendien kunt u in dat geval zelfs een besluit via de rechter afdwingen.

Redelijke termijn als binnen 8 weken besluit wordt genomen

Voor de behandeling van een aanvraag om een beschikking of een bezwaarschrift geldt een termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden (beslistermijn). Voor een aanvraag om een beschikking geldt de termijn zoals die in de betreffende wettelijke regeling is omschreven en als een dergelijke termijn niet is opgenomen in een wettelijke regeling, dan geldt daarvoor in de plaats een “redelijke termijn”.

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald, dat er sprake is van een “redelijke termijn” als een besluit wordt genomen binnen 8 weken. Op een bezwaarschrift moet overigens altijd worden beslist binnen de termijn zoals omschreven in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) of in een andere wettelijke regeling.

Schriftelijk in gebreke stellen

Indien de termijn waarbinnen een besluit moet zijn genomen is verstreken en het bestuursorgaan heeft nog geen beschikking genomen op uw aanvraag of een beslissing op uw bezwaarschrift, dan kunt u het bestuursorgaan “in gebreke stellen” hetgeen wel schriftelijk dient te gebeuren.

Vervolgens heeft het bestuursorgaan dan nog twee weken de tijd om alsnog een beschikking op uw aanvraag of een beslissing op uw bezwaarschrift te nemen. In het geval dat het bestuursorgaan na deze twee weken nog geen besluit heeft genomen op uw aanvraag of uw bezwaarschrift, dan heeft u van rechtswege (automatisch) recht op een (bestuurlijke) dwangsom voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden met een maximum van 42 dagen.

Bestuursorgaan stelt verschuldigdheid en hoogte dwangsom vast

Het maximumbedrag van de dwangsom bedraagt overigens € 1260,- dat dus na 42 dagen wordt bereikt. Als de beschikking op uw aanvraag of de beslissing op uw bezwaarschrift alsnog is genomen of de 42 dagen zijn verstreken, dan stelt het bestuursorgaan zélf de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom vast. Het gaat hierbij overigens om een ambtshalve te nemen besluit, dus de dwangsomregeling is niet op dit besluit van toepassing.

Direct beroep instellen bij bestuursrechter

De wet biedt u voorts de mogelijkheid om direct beroep in te stellen bij de bestuursrechter als een bestuursorgaan niet tijdig beslist. Dit kan gelijktijdig met de verbeuring van de dwangsom gebeuren. Bij direct beroep wordt de bezwaarfase overgeslagen en er hoeft dus geen bezwaarschrift tegen het niet tijdig nemen van een besluit (ofwel een fictief besluit) te worden ingediend. In de praktijk zal dit voorkomen als het bestuurorgaan nog steeds geen besluit heeft genomen nadat de maximale dwangsom is verbeurd of als in het concrete geval de belangen zo groot zijn dat een hogere dwangsom nodig is. Dit zal ook het geval zijn als het te nemen besluit zo spoedeisend is, dat niet kan worden afgewacht of de dwangsom effectief zal zijn.

Bestuursorgaan moet binnen twee weken alsnog besluit nemen

De procedure bij de rechter handelt slechts over de vraag of de beslistermijn is overschreden en niet over de verdere inhoud van de zaak. Daarom betekent deze procedure voor partijen geen verlies van een instantie. Overigens is het bij wijze van uitzondering mogelijk dat de rechtbank zelf in de zaak voorziet. Als het beroep gegrond wordt verklaard en de rechter dus oordeelt dat de beslistermijn door het bestuursorgaan is overschreden, geeft de rechter het bestuursorgaan de opdracht binnen twee weken alsnog een besluit te nemen. Eventueel legt de rechter hierbij een dwangsom op die overigens los staat van de hierboven behandelde dwangsom.

Lex silencio positivo

Het “systeem” van de “lex silencio positivo” houdt in, dat een overschrijding van de termijn van rechtswege (automatisch) leidt tot een positief besluit op uw aanvraag om een vergunning, ontheffing, goedkeuring of instemming. Dit “systeem” bestaat al langer, maar dan in beperkte vorm. Te denken valt bijvoorbeeld aan de “fictieve verlening” (van rechtswege) van een bouwvergunning (thans omgevingsvergunning) als niet binnen de daarvoor gestelde termijn een besluit werd genomen op de aanvraag. In een later stadium is dit systeem uitgebreid naar meerdere vergunningstelsels (soorten vergunningen).

Bezwaar en (hoger) beroep tegen van rechtswege verleende vergunning

Overigens kan tegen de van rechtswege verleende vergunning op dezelfde wijze worden geageerd door middel van het maken van bezwaar of het instellen van (hoger) beroep, als tegen een tijdig genomen besluit.  Indien u bijvoorbeeld een onherstelbare (onontkoombare) situatie wilt voorkomen, dan kunt u de rechter ook bij een van rechtswege verleende vergunning verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen (een schorsing van het besluit). In de bestuursrechtelijke procedure staat dan niet slechts de vraag centraal of de vergunning (on)terecht van rechtswege is verleend, maar ook of de vergunning in strijd is met de daaraan te toetsen voorschriften (inhoudelijk beoordeling van de vergunning).